Spoorwegman met engeltje op schouder
Spoorwegman tot in zijn diepste vezels. Zo mag je Derk Jan Nijland, bewoner van ’t Huis aan de Vecht, gerust noemen. Hij klom op van leerling-machinist tot hoofd van al het materieel van de NS. Daarbij had hij gezelschap van een engeltje op zijn schouder.
Op 18 juni 1932, precies een week voor zijn twaalfde verjaardag, landt de Graf Zeppelin op vliegveld Twente. Het luchtschip is maar liefst 236 meter lang en heeft een doorsnee van 30 meter. Niemand wil het spektakelstuk missen en dus is ook geboren Enschedeër DerkJan van de partij. Hij staat achteraan en wurmt zich naar voren om het schouwspel goed te kunnen zien. Tot ergernis van de hoofdonderwijzer van zijn lagere school, die hem op zijn mieter geeft. Diezelfde hoofdonderwijzer zal niet veel later zijn opdringerige leerling naar de ambachtsschool sturen. ‘Ga jij maar een vak leren’, is het dringende advies.
Stoomschip Pendrecht
Derk Jan wordt bankwerker en gaat eerst aan de slag bij een textielfabriek, maar omdat de vooruitzichten slecht zijn, solliciteert hij bij de bekende machinefabriek Stork in Hengelo. Hier maakt hij kennis met het engeltje op zijn schouder. Tijdens het sleutelen aan een dieselmotor voor het stoomschip Pendrecht vraagt de machinist of hij op het schip wil werken. “Mijn aanstaande vrouw vond dat geen goed idee omdat ik dan lang van huis zou zijn. Achteraf was ik daar blij om: de Duitsers torpedeerden de Pendrecht in 1941.”
Leergierige jongeman
Medewerkers van Stork moeten verplicht als arbeidskrachten naar Duitsland, reden voor Derk Jan om te solliciteren bij de Spoorwegen. In een NS-depot in Hengelo mag hij de werkplaats schoonmaken, maar al na drie maanden wordt de leergierige jongeman leerling-machinist. En keert het engeltje terug op zijn schouder. De dag waarop hij van Enschede naar Zutphen rijdt, wordt de trein voor hem ’s ochtends vroeg beschoten. En op de terugweg gaat er op het baanvak voor hem een brug de lucht in. Derk Jan ontspringt de dans in korte tijd twee keer.
Op tijd arriveren
Na het behalen van zijn diploma wordt hij ‘echt’ machinist op stoomlocomotieven. Mooi werk, maar ook zwaar.
De Spoorwegen hebben in de jaren vijftig een tekort aan machinistenchefs. Dertig machinisten mogen daarom een speciale cursus volgen en Derk Jan behoort tot de uitverkorenen, met dank aan zijn engeltje. De Twentenaar wordt in Rotterdam baas over zestig machinisten.
Donald Duck
“Geen kleine jongens, maar stevige kerels die naar me keken als een boertje uit het oosten dat ze wel aan konden. Maar ik wist me er goed doorheen te slaan en beleefde mooie jaren.”Dat geldt ook voor zijn jongste dochter Marianne, die later eveneens bij de Spoorwegen zal gaan werken. “Iedere vrijdag haalde ik met mijn moeder mijn vader op van station Hengelo. En iedere keer mocht ik van haar in de kiosk een Donald Duck uitkiezen.”
Baas over materieel
Eind 1968 maakt hij nog één keer promotie. De Hoofdverkeersleiding in Utrecht zoekt iemand die landelijk verantwoordelijk is voor al het materieel. Met zijn technische achtergrond is hij geknipt voor het werk. Zo weet hij exact welke treinstellen goed tegen vrieskou kunnen en welke niet, dus die haalt hij tijdig uit het rooster omdat ze onder barre weersomstandigheden stil zouden komen te staan. Maar eerst moet Derk Jan een geschiktheidstest ondergaan waarbij hij zelfstandig roosters moest maken. “Dat wist ik toevallig, dus ik ging heel veel oefenen.” Lachend: “Ja, misschien was dat wel een beetje valsspelen.”
Naar de Noordpool
Na zijn pensioen in 1985 wordt de verbondenheid met treinen niet minder, met dank aan de mogelijkheid om gratis te reizen als gepensioneerd NS-medewerker. Een paar keer per jaar doorkruist hij met oud-collega’s heel Europa, van Turkije tot de Noordpool. “En als we ergens waren, huurden we een auto. Ik reed altijd, want had als enige een rijbewijs.” Van vervelen is absoluut geen sprake, want zijn interesses zijn veel breder dan alleen reizen. Hij is lid van de Spoorwegbond voor Gepensioneerden. Van de PCOB Ouderenbond en van de Nederlands Hervormde Kerk. In 1988 overlijdt zijn vrouw, maar eenzaam wordt hij niet. In de kerk zou hij zijn twee volgende partners ontmoeten: Hennie, met wie hij nog 18 jaar een relatie had. Na haar overlijden trof hij zijn huidige vriendin Tjits. “En ik heb nog goed contact met mijn dochter, de kleinkinderen en achterkleinkinderen.”
Bezoek burgemeester
Lichamelijk gaat het wel wat minder met de 101-jarige, wiens moeder 102 werd. Eind 2020 breekt hij bij een val een heup en na de operatie krijgt hij corona. Zelfstandig wonen is niet meer mogelijk en in april verhuist hij naar ’t Huis aan de Vecht. Na een bewogen jaar met meerdere gezondheidsproblemen krabbelt hij gelukkig weer op. En kan burgemeester Jan van Zanen vanwege de coronacrisis niet langskomen ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag, een jaar later lukt opvolger Sharon Dijksma dat wel. “Een heel leuke vrouw. Weet je wat ik zei? Het is maar goed dat ik jou niet eerder ben tegengekomen!”
't Huis aan de Vecht
Als zelfstandig thuis wonen lastiger wordt, kan verhuizen naar een woonzrogcentrum onvermijdelijk zijn. Wij bieden verschillende vormen van verpleeghuiszorg in diverse locaties, waaronder 't Huis aan de Vecht.