De rust van de nacht
Zo’n anderhalf miljoen Nederlanders werken regelmatig in de nachtdienst. Twee van hen zijn Corrie Brust en Mirjam Petit, die ’s nachts in woonzorgcentrum De Schutse werken. En dat heerlijk vinden.
Het is dinsdagavond elf uur. Over een uurtje is het precies 201 jaar geleden dat Florence Nightingale werd geboren, de grondlegster van de moderne verpleegkunde. “En het is ook de Dag van de Zorg,” zegt Corrie tijdens de overdracht lachend tegen de verslaggever. “Een prima gelegenheid dus om hier een kijkje te komen nemen.”
Bijzonderheden
De medewerkers van de avonddienst geven bijzonderheden door die handig zijn om te weten. Een bewoonster heeft last van haar darmen. Een ander ligt op een ongebruikelijke manier in bed omdat ze last heeft van dwangstand. En er is een bewoonster jarig. “Ze kreeg helaas geen bezoek, dus we zijn allemaal even bij haar langsgegaan om haar te feliciteren.”
Tegen twaalven beginnen ze aan hun eerste ronde langs de bewoners op de afdelingen voor mensen met lichamelijke problemen en mensen met dementie. Het duo staat ook paraat wanneer er een melding komt vanuit een serviceappartement waarvan De Schutse er 26 heeft.
Bijna iedereen slaapt, maar Chris - iedereen noemt hem bij z’n voornaam – heeft net voetbal gekeken en is nog wakker. Hij is een koukleum en draagt altijd handschoenen. Mirjam maakt kruikjes, Corrie helpt hem naar bed, samen verzorgen ze voorzichtig een wond die hij heeft. “Jullie zijn geweldig, zusters,” zegt hij lachend.
Aan het eind van de ronde loopt Corrie langs een wasmachine waar ze steunkousen uithaalt en te drogen hangt. Ze heeft veel ervaring als ‘nachtzuster’, ruim dertig jaar. “De rust tijdens de nacht is bijzonder. Geen bezoek. Geen artsen. Geen visvisite. Geen activiteiten. Het is fijn om op je gemak een praatje te kunnen maken met iemand die niet kan slapen.”
Kwetsbaar en intiem
Mirjam deelt die mening. Ze werkt nu vijf maanden in de nacht, maar kan zich de hectiek van de dagdiensten nog haarscherp voor de geest halen. “We hadden zoveel last van personeelstekort dat ik soms dacht: hoe gaan we het vandaag allemaal redden? Dat heeft zeker meegespeeld bij mijn beslissing om ‘s nachts te gaan werken. En dat bevalt me goed. Mensen zijn op hun kwetsbaarst, de sfeer is intiem.” Mirjam gaat even langs bij een bewoonster die altijd met twee knuffels slaapt. Corrie: “Als zo’n dame er vredig en comfortabel bij ligt met haar knuffels, word ik helemaal blij.”
Mirjam moet denken aan een bewoonster die twee weken geleden overleed. “De nacht daarvoor heb ik bij haar gezeten en alleen maar haar hand vastgehouden, meer niet. Maar dat vond ik goud waard.”
Tijd voor klussen
Na de eerste ronde is er tijd voor allerlei klussen. Zorgkarren bevoorraden. Ontbijt klaarzetten. Schoonmaken. Accu’s van tilapparatuur nakijken en eventueel vervangen. Nagaan of er voldoende medicijnen zijn. Mirjam: “Schildkliermedicatie moet ruim voor het eten worden ingenomen, dus daarmee kun je niet wachten tot het ontbijt.” Later in de nacht maken ze nog twee ronden. Sinds een paar maanden dragen medewerkers een pyjama of badjas wanneer ze ’s nachts met bewoners werken. In Engeland bleek dat een positief effect te hebben op bewoners. Mirjam: “Bewoners met lichamelijke problemen vinden het vooral gezellig. Op de afdeling van mensen met dementie doet het meer.
Boerenachtergrond
Corrie: “We hebben nogal wat bewoners met een boerenachtergrond, die het van oudsher gewend zijn om in het donker op te staan. Dat zijn ze dus nog gewend, maar het hoeft nu niet meer. Dan kan het helpen wanneer wij zelf in nachtkleding rondlopen.” Zelf slapen ze overdag en daar hebben ze geen moeite mee. Mirjam: “Nou ja, na drie diensten ben ik thuis niet de gezelligste, maar na één nachtje goed slapen is het weer helemaal oké.”