Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

25 nov.

Samen de zorg delen in Lopik: Hoe we vooruitkijken naar een betere toekomst

“Wie doet er wel eens een boodschap voor iemand in de buurt?” vroeg Martin den Hartog, bestuurder bij AxionContinu, aan het begin van zijn verhaal. Een paar handen gingen aarzelend omhoog. “En wie helpt de buurvrouw met steunkousen aantrekken?” Bij deze vraag bleef het stil. “Dat zet toch te denken,” vervolgde hij. “Want dit soort hulp zal in de toekomst steeds belangrijker worden.”

Eerlijke verhaal

Met deze prikkelende woorden begon Martin den Hartog zijn bijdrage op de bijeenkomst ‘Het eerlijke verhaal’ op 21 november in Lopik. De avond, georganiseerd door de gemeente, trok een verrassend groot publiek en bood een openhartig gesprek over de uitdagingen én kansen in de zorg. Het was een uitnodiging aan iedereen om mee te denken en bij te dragen aan een toekomst waarin zorg echt iets is van ons allemaal.

De zorg als gezamenlijke verantwoordelijkheid

De avond werd afgetrapt door Gerrit Spelt, wethouder van Lopik, die de aanwezigen hartelijk verwelkomde en het belang van het thema benadrukte. Hij stelde dat de zorgvraag steeds groter wordt en dat het van essentieel belang is om samen na te denken over duurzame oplossingen. “De toekomst van zorg gaat ons allemaal aan,” zei Spelt. “Laten we deze avond gebruiken om de dialoog te openen en met elkaar te zoeken naar manieren om zorg in Lopik te verbeteren.”

De cijfers: een wake-upcall

Tijdens de bijeenkomst werden harde feiten gedeeld over de zorg. Nu werkt 1 op de 7 mensen in Nederland in de zorg, maar door de vergrijzing is in 2040 maar liefst 1 op de 4 nodig. “Met een krimpende beroepsbevolking is dat niet haalbaar,” waarschuwde Den Hartog. Bovendien zal de bevolking verder vergrijzen: meer dan een kwart van de Nederlanders is in 2040 65 jaar of ouder, en het aantal 80-plussers zal verdubbelen.

Daarnaast liet huisarts H. Reinders een indringend filmpje zien over het nadenken over zorgwensen. Hij benadrukte dat we tijdig stil moeten staan bij onze eigen wensen en mogelijkheden, omdat het zorginfarct een realiteit is waarmee we rekening moeten houden.

Zorg thuis, samen sterker

Een belangrijke boodschap van de avond was dat zorg steeds vaker in de thuissituatie georganiseerd zal worden, met hulp van technologie en een beroep op het eigen netwerk. “Het is niet meer vanzelfsprekend dat u bij toenemende zorgbehoefte direct kunt verhuizen naar een plek zoals woonzorgcentrum De Schutse,” vertelde Martin den Hartog. “Eerst kijken we wat er thuis mogelijk is, met hulp van mantelzorgers, zorgtechnologie en aanvullende zorg.”

Als een verhuizing naar een zorginstelling toch nodig is, verandert ook daar de rolverdeling. Familieleden en naasten zullen worden gevraagd om een bijdrage te leveren aan een mooie dag. Dit vraagt een andere manier van denken, maar biedt ook kansen om dichter bij elkaar te staan.

Voortbouwen op de kracht van een hechte gemeenschap

Tijdens de avond kwamen ook vragen vanuit het publiek aan bod. Eén vraag ging over de rol van de overheid: kan deze niet meer doen om het werken in de zorg aantrekkelijker te maken? Martin den Hartog was helder: “Er worden campagnes gevoerd, maar het probleem is dat de mensen er gewoonweg niet meer zijn. We moeten het samen doen.”

Hij benadrukte daarbij de kracht van een hechte gemeenschap zoals Lopik. “Lopik is een prachtig voorbeeld van een dorp waar naar elkaar wordt omgekeken. Initiatieven zoals steunpunt De Waard laten zien dat praktische hulp en ondersteuning dichtbij te vinden zijn. Daar kunnen we met z’n allen op voortbouwen.”

Samen naar een hoopvolle toekomst

Ondanks de uitdagingen was de bijeenkomst geen somber verhaal, maar juist een optimistische oproep tot actie. Martin den Hartog sloot de avond af met een bemoedigende boodschap: “We kunnen het verschil maken door naar elkaar om te kijken en initiatieven zoals deze bijeenkomst voort te zetten. Samen zorgen we ervoor dat zorg niet alleen iets van instellingen is, maar van ons allemaal. Hier in Lopik hebben we alles in huis om dat voor elkaar te krijgen.”