Thuis bij Teun in Voorhoeve
Hoe verklein je de afstand tussen verpleeghuis en samenleving? Daar wordt
veel over gezegd en geschreven, maar Teun Toebes (21) zoekt het antwoord op
unieke wijze: als bewoner van woonzorgcentrum Voorhoeve.
De reacties op zijn verhuizing, ruim drie maanden geleden, waren veelzeggend. Teun: “De strekking was: ga jij in een verpleeghuis wonen? Vreselijk! Dat vergrootte mijn interesse alleen maar om te onderzoeken wat er anders kan. Het verpleeghuis is onderdeel van de maatschappij, niet iets uit een andere wereld. Ik hoop als bewoner de kloof een beetje te verkleinen.”
Teuns adres: kamer 3, woning 2. Hij eet met zijn vier huisgenoten. Maakt een praatje, een grapje. Gebruikt dezelfde badkamer, hetzelfde toilet. Alles gaat zoals in een ‘gewoon’ huis dat mensen delen.
Hete koffie
De buurvrouw komt in haar rolstoel even langs voor een kop koffie en een koekje waar ze gek op is. De koffie die Teun haar geeft is wel héél erg heet, merkt ze. Maar hulp bij het drinken heeft Elly niet nodig, Teun laat haar begaan. “Eigenlijk gaat bijna alles altijd goed, mijn huisgenoten hebben vaak geen behoefte aan overmatige veiligheid en bescherming van anderen.” Punt gemaakt: de kwaliteit van leven is soms al te verbeteren door niet te bemoeizuchtig te zijn en risico’s die bij dat leven horen te aanvaarden. Huisgenoot Tineke, ongeveer vier keer zo oud als Teun, is het helemaal met hem eens. “Ik vind het ook niet leuk als iemand met mijn rollator achter mij aan komt lopen.”
Toiletrollen te groot
De kwaliteit van leven hoeft volgens Teun niet altijd over Grote Dingen te gaan. Het zit ‘m vaak in een schouderklop, een aardig woord. Het gevoel van verbondenheid. Belangstelling.
Hé, buurman.
Ha, buurvrouw.
Zelfs een simpele toiletrol kan ermee te maken hebben, vertelt Teun. Hij merkte dat de toiletrollen te groot waren voor de houders. Dus wat gebeurt er? Zo’n rol wordt op de wastafel gelegd, dus moeilijk te pakken voor een volgende bewoner, die assistentie nodig heeft. “Dan maak je mensen afhankelijk en wordt de zorgrelatie minder gelijkwaardig.”
Hij noteert zulke observatie en als het nodig is trekt hij aan de bel. “Soms geef ik aan dat er iets beter kan, want mijn huisgenoten doen dat niet. Let wel: ik heb geen kritiek op de zorg, iedereen hier doet enorm zijn best. Voorhoeve staat open voor mijn ervaringen en we waarderen van elkaar wat we doen. Toen ik hier kwam, kreeg ik ook een warm welkom van iedereen, wat heel fijn was.”
Bedden leeg
Maar pikt hij geen woonruimte in van iemand op de wachtlijst? Nee, want niet alle kamers zijn bewoond. “In heel Nederland staan bedden in woonzorgcentra leeg, óf vanwege de doorloop, óf omdat er onvoldoende bevoegd en bekwaam personeel te vinden is. Dat is schrijnend, maar biedt tegelijk de gelegenheid voor experimenten zoals dat van mij. ”Woonzorgcentra hebben groeiende aandacht voor de kwaliteit van leven, maar volgens Teun valt er altijd nog winst te behalen. Als voorbeeld noemt hij het gebruik van het medisch dossier, waar docenten tijdens zijn opleiding tot verpleegkundige op hamerden. “Zo’n dossier is natuurlijk handig, maar je leert daardoor iemand kennen via momenten waarop hij of zij niet in balans was. Je kijkt meer naar de ziekte dan naar de persoon en krijgt al een oordeel voordat je iemand hebt ontmoet. Dat is geen stimulans voor gelijkwaardig contact. Ik weet van mijn huisgenoten alleen dat wat ze me vertellen. ”Tineke: “Je kan altijd bij hem aankloppen, Teun maakt nooit onderscheid. Hij is een allemansvriend die overal doorheen dwarrelt.”
Tranen van Tineke
En poosje terug gingen ze samen een dagje naar Amsterdam. Tineke wilde graag het Leidseplein zien, waar haar joodse vader in de Tweede Wereldoorlog werd opgepakt. Ze zou hem nooit meer terug zien. “Het was een gezellig uitstapje, maar ook beladen. Teun heeft me al heel wat tranen zien laten.”
Zijn ervaringen in Voorhoeve keren ook terug in het werk voor zijn stichting sTeun en toeverlaat. Hij organiseert bijvoorbeeld ‘geluksmomenten’ voor mensen met dementie, onder meer ‘stille disco’s’ en uitstapjes zoals met Tineke. Maar hij deelt ook filmpjes op sociale media die de aanloop naar een opname in een verpleeghuis laten zien. Veel van zijn initiatieven trekken publiciteit. “Daar heb ik geen moeite mee, die aandacht ervaar ik alleen maar als positief. Het is mooi om te laten zien dat in een verpleeghuis veel meer gebeurt dan alleen leven van maaltijd naar maaltijd. Dat geeft me energie en inspiratie.”
In quarantaine
Bewoners kunnen het er uiteraard moeilijk hebben. Teun dus ook. Kortgeleden moest hij twee weken lang in quarantaine vanwege corona, maar het leken wel maanden. Hij voelde hij zich eenzaam en verdrietig. “Maar ik wilde het wel ervaren. Je mist dierbaren en ziet hoe belangrijk familie voor huisgenoten is. Dat is voor mij echt een les geweest, ik ben de waarde van familie meer gaan inzien.” En de toekomst? Daarover heeft hij geen enkel idee. Aan vooruitkijken doet Teun niet. Nu drinkt hij koffie. Is er visite van zijn buurvrouw. Geeft hij het zoveelste interview. “Ik doe het met het moment, net als mijn huisgenoten.”
Dit artikel verscheen eerder in ContACt winter 2020.