Levensgenieter met onderwijshart
Cees Verheul (74) voetbalde in de jeugd van Feyenoord, maar koos voor een loopbaan in het onderwijs. En ontdekte hij dat honkbal eigenlijk veel leuker is dan voetbal. Maar dan wel in een pretteam. Je bent levensgenieter of niet.
Cees groeit op in Rotterdam-Zuid, op het Noordereiland dat middenin de Maas ligt. Zijn moeder komt van Sumatra, zijn ouders leren elkaar kennen wanneer zijn vader als militair naar Nederlands-Indië gaat. “Rechtstreeks van het verzet tegen de Duitsers hier naar een rol als bezetter daar. Dat was behoorlijk ongemakkelijk. Mijn vader maakte nare dingen mee waar hij wel wat tikken van opliep.”
Wanneer de Indonesische republiek wordt uitgeroepen, vertrekken zijn ouders naar Nederland. Ze maken de overtocht met het bekende passagiersschip Willem Ruys. Ook Louis, de zoon van moeder Jopie uit een eerder huwelijk, gaat mee. “Toen ik een jaar of acht was leerde hij me zwemmen. Nou ja, toen we een keer gingen roeien flikkerde hij me zo het water in… Ik moest wel!”
Neefje mishandeld
Korte tijd wonen ze in Gorinchem, maar het gezin verhuist naar Rotterdam wanneer zijn vader hier een baan als technisch tekenaar kan krijgen. En dan nemen ze ook nog een neefje in huis. “Zijn moeder hertrouwde met een Chinese man en het joch werd zo mishandeld dat je de littekens op zijn rug kon zien. Het was een moeilijk hanteerbare jongen, maar voor mijn moeder was het de gewoonste zaak van de wereld om hem in huis te nemen.”
Net Noordereiland is een paradijs voor straatjochies als Cees, die als 12-jarige tijdens Engelse les ontdekt dat je zijn naam ook als KC kan schrijven. “Ja, dat was lang voordat de Sunshine Band bekend werd in Nederland,” lacht hij.
Als Cees niet op school zit, vind je hem op straat. ’s Winters voert hij kerstbomenoorlogen met z’n speelmaatjes met als inzet: wie weet de meeste kerstbomen te verzamelen voor de jaarlijkse verbranding. “Een heerlijke traditie waarbij af en toe wel een tikkie werd uitgedeeld.”
Rotterdamse ‘gangstertjes’
Dat gebeurt ook tijdens het voetballen. Maar Cees laat zijn benen eveneens spreken en dat blijft niet onopgemerkt tijdens een oefenwedstrijd in de jeugd van Feyenoord. “Daar heb ik vanaf mijn negende gespeeld, voetbal was mijn passie. Fysiek presteren met een kluit Rotterdamse ‘gangstertjes’, niets mooiers dan dat.! Ik trainde drie keer per week, was enorm fanatiek. Ik was verdediger, rechtspoot, maar ook met links kon ik vrij aardig uit de voeten.”
Het trainen valt hem steeds zwaarder, zeker wanneer hij in Rotterdam begint aan de kweekschool om het onderwijs in te kunnen gaan. “Dat was een bijzondere periode, zeker omdat ik al tijdens de opleiding vader werd. Judith en ik móesten dus trouwen, zo ging dat toen. Dankzij een toelage van mijn ouders en schoonouders redden we het.”
Vorkheftruckchauffeur
Maar Cees is niet te beroerd om ook zelf de handen uit de mouwen te steken. Hij haalt een diploma waarmee hij in de Rotterdamse haven overal terechtkan als vorkheftruckchauffeur en kraanmachinist. En soms draait hij een ploegendienst als ovenist in een fabriek waar aluminium wordt verhit en schoongemaakt. “Ik was altijd druk, maar heb het nooit zo ervaren. Het lukte allemaal probleemloos, ook omdat Judith voor de kinderen zorgde.”
Honkbal in pretteam
Nog tijdens de opleiding ontdekt hij de charmes van honkballen. “Eigenlijk vond ik honkbal leuker dan voetbal omdat de individuele prestaties ook meetellen, zoals je slaggemiddelde en het aantal veldfouten. Maar ik speelde niet meer op hoog niveau, hoor. Het was echt een pretteam.”
Het serieuzere leven doet halverwege de jaren zeventig zijn intrede via een baan op de Dr. De Visserschool aan de Vondellaan in Utrecht. Het prachtige, monumentale schoolgebouw zal in de jaren negentig plaatsmaken voor een appartementencomplex.
Absurde verhuizing
Na een aantal jaren maakt Cees de overstap naar de Jules Vernesschool in Ondiep, vlakbij de watertoren. Tenslotte wordt hij directeur van De Kleine Dichter, een basisschool aan de Heycopstraat. “Die school stond in een bocht van de weg, maar die bocht moest eruit vanwege de nieuwbouw in de Parkhaven. De school werd daarom gesloopt en een paar meter verderop weer opnieuw neergezet. Absurd!
Het onderwijs ligt hem, vooral omdat hij op scholen werkt met minder kansrijke kinderen. “Slimmere kinderen redden het wel, het heeft me altijd een kick gegeven om juist de wat minder sterken een duwtje te kunnen geven.”
Sinterklaastoneel
Dat onderwijs brengt hem ook in aanraking met wat een andere liefde wordt: toneelspelen. Op de Dr. De Visserschool komt hij in aanraking met collega’s die op de planken staan. “Het was sinterklaastoneel dat voortkwam uit de onderwijsvakbond. Ieder jaar kwamen zo’n vierduizend Utrechtse kinderen naar de Stadsschouwburg waar wij optraden. Dat was echt geweldig, zeker omdat mijn vrouw Judith af en toe inviel en we dan samen konden spelen.”
Tempo doeloe
Na een verschil van inzicht is het tijd om zijn loopbaan te beëindigen. Hij vindt het ook wel goed geweest. Tijd om gas terug te nemen, tijd voor tempo doeloe. En nauwelijks iets doen blijkt hem na al die jaren goed af te gaan. Alleen Judith wordt af en toe een beetje kriegel van hem in hun woning aan het Majellapark. Op haar aandringen gaat Cees naar het dagactiviteitencentrum in De Gildenborgh. Dat doet hij twee of drie keer per week. Een beetje knutselen. Wat lezen. Af en toe een pannenkoek eten. Niks mis mee, vindt Cees Mag hij het kunstwerk met zijn naam misschien even laten zien?
Natuurlijk, KC.